Verwijdering van onzuiverheden

 Onzuiverheden niet kunnen worden verwijderd tijdens het chemisch behandelingsproces vóór het verzinken moeten worden verwijderd door de Opdrachtgever voordat het materiaal aan de zinkerij wordt geleverd. De onzuiverheden die niet kunnen worden verwijderd door middel van ontvetten en verteren zijn voornamelijk:

  1. Verfmarkeringen, verflaag, vernis,
  2. Harshoudende stoffen, smeermiddelen, vet, olie,
  3. Een overmatige laag hamerslag,
  4. De resten van laswerkzaamheden, slakken, spanen, anti-spatpreparaten (anti-lassen),
  5. De resten van gritstralen, zand, schot, koperslakken,
  6. Verontreiniging van het aan de NDT-test onderworpen materiaal,
  7. Middelen die het proces van trekkerij vergemakkelijken en die koolstof in de vorm van grafiet bevatten,
  8. De resten van schilfers in de gaten en weerhaken na het snijden.

Detectie van enkele oppervlaktefouten en contaminanten die een goede corrosiebescherming voorkomen, is niet mogelijk totdat de laatste fase van verzinken is voltooid.

In het geval dat de eerder vermelde verontreinigingen niet worden verwijderd, kan het zijn dat tijdens het proces van verzinken een onderbroken coating of een volledige afwezigheid van zinkcoating optreden.

Onregelmatigheden aan het oppervlak van staal, bijv. overlappingen, hamerslag putjes, corrosie putjes, schillen, scheuren en andere onderbrekingen, trechters, lasresten van lasslakken, niet-metalen insluitsels die na het verzinken herkenbaar of dan pas zichtbaar worden.


This website uses cookies. By using this website you agree to the use of cookies, according to the current browser settings. X