De keuze van staal
Elk soort staal dat voldoet aan de eisen van DIN 17100 en PN-88/H-84020 en PN-86 / H-84018 kan worden onderworpen aan thermisch verzinken.
De kwaliteit van de verkregen zinkcoatings (glans, gladheid, dikte, hechting, enz.) varieert en hangt af van de chemische samenstelling, met name van het gehalte aan koolstof (C), fosfor (P) en silicium (P). Het gehalte aan koolstof en silicium in het staal mag in totaal niet meer zijn dan 0,5%.
Het komt voor dat er in de stalen dat silicium bevatten de ijzer-zink-reactie bijzonder intens is en hierdoor het aandeel van ferro-zinklegering in de coating groter is dan gewoonlijk. In extreme gevallen kan de zinklaag geheel uit ijzer-zinklegering bestaan. Dit fenomeen (het zgn. Sandelin-effect) wordt vooral waargenomen wanneer het siliciumgehalte van 0,03% tot 0,14% en meer dan 0,25% bedraagt. In deze gevallen is de zinklaag vaak doof grijs, ruw, oneffen, bros- gevoelig voor vervorming en mechanische schade.
De eigenschappen van zinkcoating gerelateerd aan de chemische samenstelling van staal worden bepaald door de PN-EN ISO 14713-2-norm. In de onderstaande tabel wordt het uiterlijk van de dompelzinkbekleding op verschillende staalsoorten weergegeven.